Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:naar_een_ecologische_maatschappij

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
Volgende revisie Beide kanten volgende revisie
namespace:naar_een_ecologische_maatschappij [11/12/19 13:11]
defiance [Naar een ecologische maatschappij]
namespace:naar_een_ecologische_maatschappij [11/12/19 13:28]
defiance
Regel 4: Regel 4:
   * Oorspronkelijke titel: Towards an ecological society   * Oorspronkelijke titel: Towards an ecological society
   * Verschenen: 1974   * Verschenen: 1974
-  * Bron: //Naar een ekologiese maatschappij//,​ //​[[https://​archive.org/​editxml/BookchinEkologieEnAnarchisme|Ekologie en anarchisme]]//,​ M. Bookchin, Anarchistiese Uitgeverij, Utrecht, 1977; //Toward an ecological society//, //Roots//, 1974+  * Bron: //Naar een ekologiese maatschappij//,​ //​[[https://​archive.org/​details/BookchinEcologieEnAnarchisme/​page/​n63|Ekologie en anarchisme]]//,​ M. Bookchin, Anarchistiese Uitgeverij, Utrecht, 1977; //Toward an ecological society//, //Roots//, 1974
   * Vertaling: onbekend   * Vertaling: onbekend
   * Digitalisering en modernisering:​ Tommy Ryan   * Digitalisering en modernisering:​ Tommy Ryan
Regel 17: Regel 17:
 De visie op het probleem van de afbraak van het milieu lijkt een merkwaardige draai te krijgen. Ondanks een geweldige steun van het publiek voor maatregelen op het gebied van het milieu - getuige de positieve instelling van het publiek met betrekking tot deze kwesties - vindt men het nodig ons te waarschuwen tegen "​extremisten"​ die "​radicale"​ eisen stellen om de afbraak van het milieu een halt toe te roepen. Een groot deel van deze reacties komt van de zijde van de industrie en van het Witte Huis, waar de president ons zelfvoldaan verzekert dat "​Amerika een heel eind op weg is om vrede met de natuur te sluiten"​. Deze retoriek komt verdacht bekend voor. Vermoedelijk beginnen we het "​licht"​ te zien aan het eind van de milieutunnel. In ieder geval sporen reclamecampagnes van de olie- , auto- , houtverwerkende- en chemische industrie Amerikanen aan om "​redelijker"​ te zijn met betrekking tot verbeteringen in het milieu, om op "​verstandiger"​ wijze "​winst"​ tegen "​verlies"​ af te wegen, om de normen voor schonere lucht en water die door de "​Environmental Protection Administration"​ zijn opgesteld, naar verhouding te verlagen, en om "​geduld en begrip"​ te tonen voor de zogenaamde enorme technische problemen waarvoor de aardige industriële grootmachten in onze omgeving staan. De visie op het probleem van de afbraak van het milieu lijkt een merkwaardige draai te krijgen. Ondanks een geweldige steun van het publiek voor maatregelen op het gebied van het milieu - getuige de positieve instelling van het publiek met betrekking tot deze kwesties - vindt men het nodig ons te waarschuwen tegen "​extremisten"​ die "​radicale"​ eisen stellen om de afbraak van het milieu een halt toe te roepen. Een groot deel van deze reacties komt van de zijde van de industrie en van het Witte Huis, waar de president ons zelfvoldaan verzekert dat "​Amerika een heel eind op weg is om vrede met de natuur te sluiten"​. Deze retoriek komt verdacht bekend voor. Vermoedelijk beginnen we het "​licht"​ te zien aan het eind van de milieutunnel. In ieder geval sporen reclamecampagnes van de olie- , auto- , houtverwerkende- en chemische industrie Amerikanen aan om "​redelijker"​ te zijn met betrekking tot verbeteringen in het milieu, om op "​verstandiger"​ wijze "​winst"​ tegen "​verlies"​ af te wegen, om de normen voor schonere lucht en water die door de "​Environmental Protection Administration"​ zijn opgesteld, naar verhouding te verlagen, en om "​geduld en begrip"​ te tonen voor de zogenaamde enorme technische problemen waarvoor de aardige industriële grootmachten in onze omgeving staan.
  
-Het gaat niet om een uiteenzetting van de schandalige verdraaiingen die in dit soort propaganda zijn binnengeslopen. Veel van de lezers kennen de recente studie van een commissie van de Nationale Academie van Wetenschappen waarin de auto-industrie ervan wordt beschuldigd zich te concentreren opwat in de woorden van de New York Times heet: "de duurste en minst bevredigende manier van voldoen aan de door de staat in 1975 gestelde eisen met betrekking tot de aard en hoeveelheid uitlaatgassen."​ Wat de vrome retoriek van het Witte Huis betreft, het schijnt dat de pogingen van de president "​vrede"​ te sluiten met de natuur op een nog lager niveau staan dan zijn pogingen vrede in Indochina te brengen. Zoals de Times in een redactioneel artikel meent, is "deze verklaring volledig in strijd met de feiten... de lucht boven de steden van dit land wordt maar heel weinig schoner, zo ze al verbetert. Iedere grotere rivier van dit land is ernstig vervuild. Grote delen van de Atlantische Oceaan lopen het gevaar een dode zee te worden. Plastics, bestrijdingsmiddelen,​ chemicaliën en metalen leggen een ondraaglijke last op de biosfeer. Het land wordt geërodeerd,​ vernietigd, vergiftigd en verkracht."​+Het gaat niet om een uiteenzetting van de schandalige verdraaiingen die in dit soort propaganda zijn binnengeslopen. Veel van de lezers kennen de recente studie van een commissie van de Nationale Academie van Wetenschappen waarin de auto-industrie ervan wordt beschuldigd zich te concentreren op wat in de woorden van de //New York Times// heet: "de duurste en minst bevredigende manier van voldoen aan de door de staat in 1975 gestelde eisen met betrekking tot de aard en hoeveelheid uitlaatgassen."​ Wat de vrome retoriek van het Witte Huis betreft, het schijnt dat de pogingen van de president "​vrede"​ te sluiten met de natuur op een nog lager niveau staan dan zijn pogingen vrede in Indochina te brengen. Zoals de //Times// in een redactioneel artikel meent, is "deze verklaring volledig in strijd met de feiten... de lucht boven de steden van dit land wordt maar heel weinig schoner, zo ze al verbetert. Iedere grotere rivier van dit land is ernstig vervuild. Grote delen van de Atlantische Oceaan lopen het gevaar een dode zee te worden. Plastics, bestrijdingsmiddelen,​ chemicaliën en metalen leggen een ondraaglijke last op de biosfeer. Het land wordt geërodeerd,​ vernietigd, vergiftigd en verkracht."​
  
 Liever dan de opvatting, dat vele eisen met betrekking tot het milieu te "​radicaal"​ zijn, te onderschrijven,​ zou ik willen stellen dat ze niet radicaal genoeg zijn. We worden geconfronteerd met een maatschappij die niet alleen de planeet vervuilt op een nog niet eerder voorgekomen schaal, maar die eveneens zijn meest fundamentele processen op biologisch, geologisch en chemisch gebied afbreekt. Daarom stel ik, dat zij die zich met het milieu bezighouden,​ de strategische problemen van een nieuw en blijvend evenwicht met de natuur niet hebben onderkend. Is het voldoende hier een kerncentrale of daar een snelweg tegen te houden? Hebben we op de een of andere wijze het essentiële feit over het hoofd gezien, dat de afbraak van het milieu op een veel dieperliggende basis berust dan op de blunders en slechte bedoelingen van industrie en regering? Is het niet eerder zo dat eindeloos preken over de mogelijkheid van een milieucatastrofe - of dat nu het resultaat is van vervuiling, industriële expansie of bevolkingsgroei - ongewild een fundamentelere crisis in de menselijke omstandigheden versluierd, die niet louter technologisch is maar één die een sociale oorzaak heeft? In plaats van ons weer bezig te houden met de omvang van de milieucrisis of met de gemakkelijke aanklacht dat "​vervuiling winstgevend is" en in plaats van te stellen dat een of ander abstract "​wij"​ verantwoordelijk is voor een te grote kinderproductie of een bepaalde industrie voor het produceren van teveel waar, wil ik de vraag stellen of de milieucrisis niet zijn wortels heeft in juist die organisatie van de maatschappij,​ zoals we die vandaag kennen. Vereisen de veranderingen die nodig zijn om een nieuw evenwicht te scheppen tussen de natuurlijke en de sociale wereld niet een waarlijk revolutionaire reconstructie van de maatschappij,​ met de ecologie als richtlijn? Liever dan de opvatting, dat vele eisen met betrekking tot het milieu te "​radicaal"​ zijn, te onderschrijven,​ zou ik willen stellen dat ze niet radicaal genoeg zijn. We worden geconfronteerd met een maatschappij die niet alleen de planeet vervuilt op een nog niet eerder voorgekomen schaal, maar die eveneens zijn meest fundamentele processen op biologisch, geologisch en chemisch gebied afbreekt. Daarom stel ik, dat zij die zich met het milieu bezighouden,​ de strategische problemen van een nieuw en blijvend evenwicht met de natuur niet hebben onderkend. Is het voldoende hier een kerncentrale of daar een snelweg tegen te houden? Hebben we op de een of andere wijze het essentiële feit over het hoofd gezien, dat de afbraak van het milieu op een veel dieperliggende basis berust dan op de blunders en slechte bedoelingen van industrie en regering? Is het niet eerder zo dat eindeloos preken over de mogelijkheid van een milieucatastrofe - of dat nu het resultaat is van vervuiling, industriële expansie of bevolkingsgroei - ongewild een fundamentelere crisis in de menselijke omstandigheden versluierd, die niet louter technologisch is maar één die een sociale oorzaak heeft? In plaats van ons weer bezig te houden met de omvang van de milieucrisis of met de gemakkelijke aanklacht dat "​vervuiling winstgevend is" en in plaats van te stellen dat een of ander abstract "​wij"​ verantwoordelijk is voor een te grote kinderproductie of een bepaalde industrie voor het produceren van teveel waar, wil ik de vraag stellen of de milieucrisis niet zijn wortels heeft in juist die organisatie van de maatschappij,​ zoals we die vandaag kennen. Vereisen de veranderingen die nodig zijn om een nieuw evenwicht te scheppen tussen de natuurlijke en de sociale wereld niet een waarlijk revolutionaire reconstructie van de maatschappij,​ met de ecologie als richtlijn?
Regel 29: Regel 29:
 Deze begrippen samengebracht in een geheel dat uitgedrukt zou kunnen worden als éénheid in verscheidenheid,​ als spontaniteit en aanvulling van het een door het ander, behelzen een oordeel dat we af kunnen leiden uit de ecologie. Zij vormen ook een volledig bewustzijn van onze relatie met de omgeving dat we langzaamaan hervinden uit een archaïsch verleden en dat we in een nieuwe sociale context plaatsen. De opvatting dat de mens bestemd is om de natuur te overheersen komt voort uit de overheersing van de mens over de mens, misschien uit nog vroeger tijden uit de overheersing van de vrouw door de man en de overheersing van de jongeren door de ouderen. De hiërarchische mentaliteit die de ervaring zelf - in al zijn vormen - hiërarchisch rangschikt, hangt samen met een wijze van waarnemen en begripsvorming waarin we door de hiërarchische maatschappij zijn opgevoed. Deze mentaliteit bestaat niet of nauwelijks in niet-hiërarchische gemeenschappen. De zogenaamde primitieve samenlevingen,​ die gebaseerd zijn op een eenvoudige verdeling van de arbeid op basis van sekse, en geen staatsstructuur of hiërarchische instellingen hebben, ervaren de werkelijkheid niet op onze manier, namelijk niet door een filter dat de verschijnselen ordent naar begripsschema'​s van '​superieur en inferieur'​ of 'boven en beneden’. Omdat de ongelijkheid afwezig is, hebben deze werkelijk organische gemeenschappen zelfs geen woord voor gelijkheid. Zoals Dorothy Lee opmerkt in haar voortreffelijke bespreking van de '​primitieve'​ geest: "​...bestaat de gelijkheid niet als een toe te passen principe, maar als een bijproduct van de democratische structuur van de cultuur in de aard van de dingen zelf. In zulke samenlevingen komen er geen pogingen voor het doel van gelijkheid te bereiken; in feite bestaat het begrip gelijkheid niet. Vaak is er geen taalmechanisme om vergelijkingen uit te drukken. Wat we wel vinden is een absoluut respect voor de mens, voor alle individuen onafhankelijk van leeftijd en sekse."​ Deze begrippen samengebracht in een geheel dat uitgedrukt zou kunnen worden als éénheid in verscheidenheid,​ als spontaniteit en aanvulling van het een door het ander, behelzen een oordeel dat we af kunnen leiden uit de ecologie. Zij vormen ook een volledig bewustzijn van onze relatie met de omgeving dat we langzaamaan hervinden uit een archaïsch verleden en dat we in een nieuwe sociale context plaatsen. De opvatting dat de mens bestemd is om de natuur te overheersen komt voort uit de overheersing van de mens over de mens, misschien uit nog vroeger tijden uit de overheersing van de vrouw door de man en de overheersing van de jongeren door de ouderen. De hiërarchische mentaliteit die de ervaring zelf - in al zijn vormen - hiërarchisch rangschikt, hangt samen met een wijze van waarnemen en begripsvorming waarin we door de hiërarchische maatschappij zijn opgevoed. Deze mentaliteit bestaat niet of nauwelijks in niet-hiërarchische gemeenschappen. De zogenaamde primitieve samenlevingen,​ die gebaseerd zijn op een eenvoudige verdeling van de arbeid op basis van sekse, en geen staatsstructuur of hiërarchische instellingen hebben, ervaren de werkelijkheid niet op onze manier, namelijk niet door een filter dat de verschijnselen ordent naar begripsschema'​s van '​superieur en inferieur'​ of 'boven en beneden’. Omdat de ongelijkheid afwezig is, hebben deze werkelijk organische gemeenschappen zelfs geen woord voor gelijkheid. Zoals Dorothy Lee opmerkt in haar voortreffelijke bespreking van de '​primitieve'​ geest: "​...bestaat de gelijkheid niet als een toe te passen principe, maar als een bijproduct van de democratische structuur van de cultuur in de aard van de dingen zelf. In zulke samenlevingen komen er geen pogingen voor het doel van gelijkheid te bereiken; in feite bestaat het begrip gelijkheid niet. Vaak is er geen taalmechanisme om vergelijkingen uit te drukken. Wat we wel vinden is een absoluut respect voor de mens, voor alle individuen onafhankelijk van leeftijd en sekse."​
  
-De afwezigheid van dwingende en overheersende waarden in deze kuituren wordt misschien wel het beste geïllustreerd door de taal van de Wintu-indianen in Californië,​ een volk dat Lee persoonlijk bestudeerde. "Voor woorden die gewoonlijk een dwang uitdrukken in onze talen",​ zo merkt zij op, "​worden door de Wintu die woorden gebruikt, die naar een meewerkend gedrag verwijzen. Een opperhoofd ‘regeert’ zijn volk niet, hij ‘staat ze bij’ In elk geval is hij nooit meer dan hun adviseur en hij mist de macht, om zijn gezichtspunten met dwang kracht bij te zetten."​ De Wintu'​s "... zeggen nooit, en in feite kunnen ze dat ook niet zeggen, zoals wij dat doen, ik heb een ‘zuster’ of een ‘zoon’ of een ‘echtgenoot’”,​ merkt Lee op. "Leven met is de gewone manier waarop zij wat wij ‘bezit'​ noemen uitdrukken, en zij gebruiken deze term voor alles wat ze respecteren. Van een man wordt dan gezegd dat hij met pijl en boog leeft"​.+De afwezigheid van dwingende en overheersende waarden in deze kuituren wordt misschien wel het beste geïllustreerd door de taal van de Wintu-indianen in Californië,​ een volk dat Lee persoonlijk bestudeerde. "Voor woorden die gewoonlijk een dwang uitdrukken in onze talen",​ zo merkt zij op, "​worden door de Wintu die woorden gebruikt, die naar een meewerkend gedrag verwijzen. Een opperhoofd ‘regeert’ zijn volk niet, hij ‘staat ze bij’ In elk geval is hij nooit meer dan hun adviseur en hij mist de macht, om zijn gezichtspunten met dwang kracht bij te zetten."​ De Wintu'​s "... zeggen nooit, en in feite kunnen ze dat ook niet zeggen, zoals wij dat doen, ik //heb// een ‘zuster’ of een ‘zoon’ of een ‘echtgenoot’”,​ merkt Lee op. "//Leven met// is de gewone manier waarop zij wat wij ‘bezit'​ noemen uitdrukken, en zij gebruiken deze term voor alles wat ze respecteren. Van een man wordt dan gezegd dat hij met pijl en boog leeft"​.
  
-"Leven met" houdt een diep gevoel van wederzijds respect in en een hoge waardering voor de vrijheid van het individu. Deze uitdrukking betekent ook een diepgaand gevoel van eenheid tussen het individu en de groep. Het gevoel van een eenheid in de groep, wordt op zijn beurt geprojecteerd op de relatie van de gemeenschap met de natuurlijke wereld. Psychologisch gezien moeten de mensen die in organische gemeenschappen leven, wel geloven dat zij een grotere invloed op de krachten in de natuur uitoefenen dan hun relatief eenvoudige techniek toelaat. Het is een illusie die samenhangt met hun rituelen en hun magische handelingen. Hoe zorgvuldig deze rituelen en handelingen ook in elkaar mogen zitten, het gevoel van afhankelijkheid van de natuurlijke wereld, dat wil zeggen van de onmiddellijke omgeving, verdwijnt nooit geheel. Ook al kan dit gevoel van afhankelijkheid een verwerpelijke angst of eerbied met zich meebrengen, dan nog is er een punt in de ontwikkeling van de organische samenleving,​ waar het een gevoel van wederzijdse afhankelijkheid en samenwerking oproept, dat de gevoelens van angst en ontzag te boven komt. Hier proberen de mensen niet zonder meer de machtige natuurkrachten gunstig te stemmen of te manipuleren. Hun ceremonieën dragen, zoals zij het zien, op een creatieve manier bij tot de vergroting van de veestapel, tot de seizoens- en weersveranderingen,​ en tot een grotere oogst. De organische gemeenschap leeft altijd al in nauw contact met de natuur maar door deze ceremonieën wordt de gemeenschap opgevat als deel van het natuurlijk evenwicht, om kort te gaan als een echte ecologische gemeenschap of ecogemeenschap, die aangepast is aan zijn ecosysteem, met een actief bewustzijn in de natuurlijke omgeving opgenomen te zijn.+"Leven met" houdt een diep gevoel van wederzijds respect in en een hoge waardering voor de vrijheid van het individu. Deze uitdrukking betekent ook een diepgaand gevoel van eenheid tussen het individu en de groep. Het gevoel van een eenheid in de groep, wordt op zijn beurt geprojecteerd op de relatie van de gemeenschap met de natuurlijke wereld. Psychologisch gezien moeten de mensen die in organische gemeenschappen leven, wel geloven dat zij een grotere invloed op de krachten in de natuur uitoefenen dan hun relatief eenvoudige techniek toelaat. Het is een illusie die samenhangt met hun rituelen en hun magische handelingen. Hoe zorgvuldig deze rituelen en handelingen ook in elkaar mogen zitten, het gevoel van afhankelijkheid van de natuurlijke wereld, dat wil zeggen van de onmiddellijke omgeving, verdwijnt nooit geheel. Ook al kan dit gevoel van afhankelijkheid een verwerpelijke angst of eerbied met zich meebrengen, dan nog is er een punt in de ontwikkeling van de organische samenleving,​ waar het een gevoel van wederzijdse afhankelijkheid en samenwerking oproept, dat de gevoelens van angst en ontzag te boven komt. Hier proberen de mensen niet zonder meer de machtige natuurkrachten gunstig te stemmen of te manipuleren. Hun ceremonieën dragen, zoals zij het zien, op een creatieve manier bij tot de vergroting van de veestapel, tot de seizoens- en weersveranderingen,​ en tot een grotere oogst. De organische gemeenschap leeft altijd al in nauw contact met de natuur maar door deze ceremonieën wordt de gemeenschap opgevat als deel van het natuurlijk evenwicht, om kort te gaan als een echte ecologische gemeenschap of eco-gemeenschap, die aangepast is aan zijn ecosysteem, met een actief bewustzijn in de natuurlijke omgeving opgenomen te zijn.
  
 Dit blijkt uit de gegevens over zulke organische samenlevingen. Vele ceremonieën en rituelen hebben niet alleen een sociale functie, zoals de inwijdingsriten,​ maar ook ecologische functies. Bij de  Dit blijkt uit de gegevens over zulke organische samenlevingen. Vele ceremonieën en rituelen hebben niet alleen een sociale functie, zoals de inwijdingsriten,​ maar ook ecologische functies. Bij de 
  
-Hopi-indianen functioneren de voornaamste landbouwceremonieën als evocatie van kosmische processen, de zonnewende en de groei van de gewassen. Hoewel het hun bekend is dat de zonnewende en de groei- stadia vast liggen, is de menselijke ceremonie een integraal deel van deze voorbeschikking. De ceremonieën van de Hopi geven aan de mens eerder een deelnemende dan een manipulerende rol. Dit in tegenstelling tot de strikt magische procedures. Mensen bevorderen het beloop van de kosmische orde. Hun ceremonieën zijn een deel van een complex web van het leven dat zich uitstrekt van het kiemen van de mais tot de zonnewende. "Ieder aspect van de natuur, planten, rotsen en dieren, kleuren, richtingen en getallen en verschillen in sekse, de doden en de levenden, allen werken samen in het handhaven van de universele samenhang”,​ merkt Lee op; “Uiteindelijk heeft de inspanning van ieder individu, menselijk of niet, haar plaats in dit reusachtig geheel. En ook hier telt elk aspect van een persoon mee, het gehele wezen van iedere Hopi beïnvloedt het natuurlijk evenwicht en naarmate ieder individu zijn innerlijke vermogen ontwikkelt, vergroot hij zijn deelname en op deze manier wordt het hele universum versterkt.”+Hopi-indianen functioneren de voornaamste landbouwceremonieën als evocatie van kosmische processen, de zonnewende en de groei van de gewassen. Hoewel het hun bekend is dat de zonnewende en de groei- stadia vast liggen, is de menselijke ceremonie een integraal deel van deze voorbeschikking. De ceremonieën van de Hopi geven aan de mens eerder een deelnemende dan een manipulerende rol. Dit in tegenstelling tot de strikt ​//magische// procedures. Mensen bevorderen het beloop van de kosmische orde. Hun ceremonieën zijn een deel van een complex web van het leven dat zich uitstrekt van het kiemen van de mais tot de zonnewende. "Ieder aspect van de natuur, planten, rotsen en dieren, kleuren, richtingen en getallen en verschillen in sekse, de doden en de levenden, allen werken samen in het handhaven van de universele samenhang”,​ merkt Lee op; “Uiteindelijk heeft de inspanning van ieder individu, menselijk of niet, haar plaats in dit reusachtig geheel. En ook hier telt elk aspect van een persoon mee, het gehele wezen van iedere Hopi beïnvloedt het natuurlijk evenwicht en naarmate ieder individu zijn innerlijke vermogen ontwikkelt, vergroot hij zijn deelname en op deze manier wordt het hele universum versterkt.”
  
 Het is duidelijk dat deze harmonische visie op de natuur uit de harmonische relatie binnen de vroege menselijke gemeenschap volgt. Net zoals de middeleeuwse theologie de christelijke hemel een feodale opbouw gaf, zo hebben volken van alle eeuwen hun sociale structuur geprojecteerd op de natuurlijke wereld. Voor de Algonkians van de Noord-Amerikaanse bossen, leefde de bever in zijn eigen clans in beverwoningen,​ samenwerkend om het welzijn van de gemeenschap te bevorderen. De dieren hadden in hun ogen ook een magie en totems en zij werden bezield door de Manitou, wiens geest de hele kosmos voedde. Daarom moesten de dieren gunstig worden gestemd, omdat ze anders weleens konden weigeren de mensen huiden en vlees te verschaffen. De bereidheid tot samenwerking,​ die een voorwaarde vormde voor het overleven van de organische gemeenschap,​ behoorde helemaal tot deze beschouwingswijze van de schriftloze volken op de natuur en op het samenspel tussen de natuurlijke en sociale wereld. Het is duidelijk dat deze harmonische visie op de natuur uit de harmonische relatie binnen de vroege menselijke gemeenschap volgt. Net zoals de middeleeuwse theologie de christelijke hemel een feodale opbouw gaf, zo hebben volken van alle eeuwen hun sociale structuur geprojecteerd op de natuurlijke wereld. Voor de Algonkians van de Noord-Amerikaanse bossen, leefde de bever in zijn eigen clans in beverwoningen,​ samenwerkend om het welzijn van de gemeenschap te bevorderen. De dieren hadden in hun ogen ook een magie en totems en zij werden bezield door de Manitou, wiens geest de hele kosmos voedde. Daarom moesten de dieren gunstig worden gestemd, omdat ze anders weleens konden weigeren de mensen huiden en vlees te verschaffen. De bereidheid tot samenwerking,​ die een voorwaarde vormde voor het overleven van de organische gemeenschap,​ behoorde helemaal tot deze beschouwingswijze van de schriftloze volken op de natuur en op het samenspel tussen de natuurlijke en sociale wereld.
Regel 59: Regel 59:
 Als aan de andere kant de huidige maatschappij nog langer doorgaat op deze weg, zullen de ecologische problemen waar we mee geconfronteerd worden nog groter zijn dan die welke we nu vervuiling noemen. Een maatschappij gebaseerd op productie omwille van zichzelf is op zich anti-ecologisch en de consequenties ervan zijn een verscheurde natuurlijke wereld, een wereld waarvan de organische complexiteit gedegradeerd is door de techniek tot het anorganische spul dat van het einde van de lopende band rolt. Naarmate de steden als een kankergezwel over het land groeien, naarmate complexe materialen veranderen in eenvoudige materialen, naarmate de verscheidenheid verdwijnt tussen de kaken van een synthetische omgeving, samengesteld uit glas, bakstenen, beton, metaal en machines, worden de complexe voedselketens waarvan we afhankelijk zijn steeds simpeler. Deze zijn noodzakelijk voor de gezondheid van onze grond, voor de integriteit van onze oceanen en atmosfeer en voor de fysiologische levensvatbaarheid van ons bestaan. Het systeem zal door zijn mateloos verslinden van de natuur letterlijk de hele biosfeer reduceren tot de fragiele eenvoud van de natuurlijke evenwichten van onze woestijnen en poolstreken. We zullen het proces van de organische evolutie omkeren, dat de flora en fauna gedifferentieerd heeft tot steeds complexere vormen en verhoudingen,​ en daardoor zullen we een eenvoudiger en minder stabiele wereld van leven scheppen. De uiteindelijke gevolgen van deze verschrikkelijke regressie zijn volledig voorspelbaar. De biosfeer zal zo fragiel worden dat deze uiteindelijk ineen zal storten, en de organische voorwaarde voor het menselijke leven zal verdwijnen. Dat dit voort zal vloeien uit een maatschappij gebaseerd op productie omwille van zichzelf, is, naar mijn idee, alleen maar een kwestie van tijd, hoewel het onmogelijk is te voorspellen wanneer dit zal gebeuren. Als aan de andere kant de huidige maatschappij nog langer doorgaat op deze weg, zullen de ecologische problemen waar we mee geconfronteerd worden nog groter zijn dan die welke we nu vervuiling noemen. Een maatschappij gebaseerd op productie omwille van zichzelf is op zich anti-ecologisch en de consequenties ervan zijn een verscheurde natuurlijke wereld, een wereld waarvan de organische complexiteit gedegradeerd is door de techniek tot het anorganische spul dat van het einde van de lopende band rolt. Naarmate de steden als een kankergezwel over het land groeien, naarmate complexe materialen veranderen in eenvoudige materialen, naarmate de verscheidenheid verdwijnt tussen de kaken van een synthetische omgeving, samengesteld uit glas, bakstenen, beton, metaal en machines, worden de complexe voedselketens waarvan we afhankelijk zijn steeds simpeler. Deze zijn noodzakelijk voor de gezondheid van onze grond, voor de integriteit van onze oceanen en atmosfeer en voor de fysiologische levensvatbaarheid van ons bestaan. Het systeem zal door zijn mateloos verslinden van de natuur letterlijk de hele biosfeer reduceren tot de fragiele eenvoud van de natuurlijke evenwichten van onze woestijnen en poolstreken. We zullen het proces van de organische evolutie omkeren, dat de flora en fauna gedifferentieerd heeft tot steeds complexere vormen en verhoudingen,​ en daardoor zullen we een eenvoudiger en minder stabiele wereld van leven scheppen. De uiteindelijke gevolgen van deze verschrikkelijke regressie zijn volledig voorspelbaar. De biosfeer zal zo fragiel worden dat deze uiteindelijk ineen zal storten, en de organische voorwaarde voor het menselijke leven zal verdwijnen. Dat dit voort zal vloeien uit een maatschappij gebaseerd op productie omwille van zichzelf, is, naar mijn idee, alleen maar een kwestie van tijd, hoewel het onmogelijk is te voorspellen wanneer dit zal gebeuren.
  
-We moeten een ecologische maatschappij scheppen, niet alleen omdat zo'n maatschappij wenselijk is, maar omdat het een bittere noodzaak is. We moeten beginnen te leven om te kunnen overleven. Zo’n maatschappij brengt een fundamentele omkering van alle trends met zich mee, die de historische ontwikkeling van de kapitalistische techniek en de bourgeois-maatschappij kenmerken: de minutieuze specialisatie van machines en werk, de concentratie van hulpbronnen en mensen in gigantische industriële ondernemingen en stedelijke eenheden, de verstaatsing en bureaucratisering van het leven, de scheiding van de stad van het land, het tot object maken van de natuur, en van de menselijke wezens. Deze ingrijpende omkering betekent dat we moeten beginnen onze steden te decentraliseren en geheel nieuwe ​ecogemeenschappen ​moeten vestigen die op kunstzinnige wijze zijn ingepast in de ecosystemen waarin ze zijn gelegen. Hier moet benadrukt worden dat decentralisatie niet een lukrake verstrooiing van de bevolking over het platteland in kleine geïsoleerde huishoudens of communes van de tegencultuur (hoe essentieel de laatste ook mogen zijn) betekent, maar eerder dat we de stedelijke traditie, in de Helleense betekenis van het woord, opnieuw op moeten vatten. Namelijk als een stad die begrijpelijk is en te beheren is door diegenen die erin wonen. Een nieuwe polis, als je wilt, die, naar Aristoteles beroemde uitspraak, door iedereen in een enkele blik begrepen kan worden.+We moeten een ecologische maatschappij scheppen, niet alleen omdat zo'n maatschappij wenselijk is, maar omdat het een bittere noodzaak is. We moeten beginnen te leven om te kunnen overleven. Zo’n maatschappij brengt een fundamentele omkering van alle trends met zich mee, die de historische ontwikkeling van de kapitalistische techniek en de bourgeois-maatschappij kenmerken: de minutieuze specialisatie van machines en werk, de concentratie van hulpbronnen en mensen in gigantische industriële ondernemingen en stedelijke eenheden, de verstaatsing en bureaucratisering van het leven, de scheiding van de stad van het land, het tot object maken van de natuur, en van de menselijke wezens. Deze ingrijpende omkering betekent dat we moeten beginnen onze steden te decentraliseren en geheel nieuwe ​eco-gemeenschappen ​moeten vestigen die op kunstzinnige wijze zijn ingepast in de ecosystemen waarin ze zijn gelegen. Hier moet benadrukt worden dat decentralisatie niet een lukrake verstrooiing van de bevolking over het platteland in kleine geïsoleerde huishoudens of communes van de tegencultuur (hoe essentieel de laatste ook mogen zijn) betekent, maar eerder dat we de stedelijke traditie, in de Helleense betekenis van het woord, opnieuw op moeten vatten. Namelijk als een stad die begrijpelijk is en te beheren is door diegenen die erin wonen. Een nieuwe polis, als je wilt, die, naar Aristoteles beroemde uitspraak, door iedereen in een enkele blik begrepen kan worden.
  
-Zo’n ​ecogemeenschap ​zou de kloof tussen stad en het platteland overbruggen en in feite ook die tussen geest en lichaam door intellectueel en lichamelijk werk tot een eenheid te maken en industrie met landbouw te verenigen in een afwisseling en verscheidenheid van beroepstaken. Een ecogemeenschap ​zou gesteund worden door een nieuw soort techniek - ecotechniek ​- samengesteld uit veelzijdige machines gericht op de productie van duurzame kwaliteitsgoederen en niet op die van wegwerpproducten en fraai uitgevoerde rotzooi. Dit is geen pleidooi voor het verlaten van de techniek en de terugkeer naar het voedsel verzamelen uit het paleolithicum. Integendeel,​ onze bestaande techniek is niet fijn genoeg ontwikkeld in vergelijking met de kleinschaliger,​ veelzijdiger ​ecotechniek ​die ontwikkeld zou kunnen worden en voor een groot deel al beschikbaar is in testmodellen of op de tekentafel. Zo’n ​ecotechniek ​zou gebruik maken van de onuitputtelijke energiebronnen van de natuur, de zon en wind, de getijden en waterstromen,​ de temperatuurverschillen van de aarde en de overvloed van waterstof om ons heen als brandstof, om de ecogemeenschap ​te voorzien van niet-vervuilende materialen of van materialen die gemakkelijk gerecycled kunnen worden. Decentralisatie zou het mogelijk maken de enorme afvalproblemen te vermijden die door onze gigantische steden worden geschapen, afval dat alleen verbrand of in de zee gedumpt kan worden.+Zo’n ​eco-gemeenschap ​zou de kloof tussen stad en het platteland overbruggen en in feite ook die tussen geest en lichaam door intellectueel en lichamelijk werk tot een eenheid te maken en industrie met landbouw te verenigen in een afwisseling en verscheidenheid van beroepstaken. Een eco-gemeenschap ​zou gesteund worden door een nieuw soort techniek - eco-techniek ​- samengesteld uit veelzijdige machines gericht op de productie van duurzame kwaliteitsgoederen en niet op die van wegwerpproducten en fraai uitgevoerde rotzooi. Dit is geen pleidooi voor het verlaten van de techniek en de terugkeer naar het voedsel verzamelen uit het paleolithicum. Integendeel,​ onze bestaande techniek is niet fijn genoeg ontwikkeld in vergelijking met de kleinschaliger,​ veelzijdiger ​eco-techniek ​die ontwikkeld zou kunnen worden en voor een groot deel al beschikbaar is in testmodellen of op de tekentafel. Zo’n ​eco-techniek ​zou gebruik maken van de onuitputtelijke energiebronnen van de natuur, de zon en wind, de getijden en waterstromen,​ de temperatuurverschillen van de aarde en de overvloed van waterstof om ons heen als brandstof, om de eco-gemeenschap ​te voorzien van niet-vervuilende materialen of van materialen die gemakkelijk gerecycled kunnen worden. Decentralisatie zou het mogelijk maken de enorme afvalproblemen te vermijden die door onze gigantische steden worden geschapen, afval dat alleen verbrand of in de zee gedumpt kan worden.
  
-Ecogemeenschappen ​en ecotechniek ​in een schaal passend bij de menselijke dimensie, zullen een nieuw tijdperk inluiden van onderlinge relaties. Een tijdperk van directe democratie door de vrije tijd te verschaffen die het de mensen mogelijk zal maken op Helleense wijze de zaken van de gemeenschap te beheren zonder de bemiddeling van een bureaucratie of van beroepspolitici. De kloven, eeuwen tevoren veroorzaakt door een hiërarchische maatschappij,​ zullen dan overbrugd en gesloten worden. De vijandige scheiding tussen seksen en leef tijdsgroepen,​ stad en platteland, bestuur en gemeenschap,​ geest en lichaam zullen worden verzoend en een harmonie vormen in een humanistische en ecologische synthese. Uit deze overgang zal een nieuwe relatie tussen de mensheid en de natuurlijke wereld tevoorschijn komen, waarin de gemeenschap opgevat zal worden als een ecosysteem gebaseerd op eenheid in verscheidenheid,​ spontaniteit en niet-hiërarchische relaties. We moeten opnieuw in onze eigen geest de herbezieling door de natuurlijke wereld proberen te bereiken. Zeker niet door een verwerpelijke terugkeer naar de mythen van het archaïsche tijdperk, maar door in het menselijk bewustzijn een zelfbewuste en door eigen activiteit gevormde natuurlijke wereld te zien. Dit bewustzijn probeert, gesteund door een niet onderdrukkende rationaliteit de diversiteit en complexiteit van het leven te bevorderen. Uit deze niet-prometeiese oriëntatie zal een nieuw bewustzijn tevoorschijn komen, dat in Marx' woorden, de vermenselijking van de natuur en de vernatuurlijking van de mens zal voortbrengen.+Ecoge-meenschappen ​en eco-techniek ​in een schaal passend bij de menselijke dimensie, zullen een nieuw tijdperk inluiden van onderlinge relaties. Een tijdperk van directe democratie door de vrije tijd te verschaffen die het de mensen mogelijk zal maken op Helleense wijze de zaken van de gemeenschap te beheren zonder de bemiddeling van een bureaucratie of van beroepspolitici. De kloven, eeuwen tevoren veroorzaakt door een hiërarchische maatschappij,​ zullen dan overbrugd en gesloten worden. De vijandige scheiding tussen seksen en leef tijdsgroepen,​ stad en platteland, bestuur en gemeenschap,​ geest en lichaam zullen worden verzoend en een harmonie vormen in een humanistische en ecologische synthese. Uit deze overgang zal een nieuwe relatie tussen de mensheid en de natuurlijke wereld tevoorschijn komen, waarin de gemeenschap opgevat zal worden als een ecosysteem gebaseerd op eenheid in verscheidenheid,​ spontaniteit en niet-hiërarchische relaties. We moeten opnieuw in onze eigen geest de herbezieling door de natuurlijke wereld proberen te bereiken. Zeker niet door een verwerpelijke terugkeer naar de mythen van het archaïsche tijdperk, maar door in het menselijk bewustzijn een zelfbewuste en door eigen activiteit gevormde natuurlijke wereld te zien. Dit bewustzijn probeert, gesteund door een niet onderdrukkende rationaliteit de diversiteit en complexiteit van het leven te bevorderen. Uit deze niet-prometeiese oriëntatie zal een nieuw bewustzijn tevoorschijn komen, dat in Marx' woorden, de vermenselijking van de natuur en de vernatuurlijking van de mens zal voortbrengen.
  
 Het stellen van milieubeheer tegenover ecologie, betekent niet dat we de strijd tegen het bouwen van kerncentrales of tegen het aanleggen van snelwegen moeten opgeven en in onze leunstoel de komst van een duizendjarig ecologisch. rijk moeten afwachten. Integendeel het veroverde terrein moet met vuur verdedigd worden, voortdurend en overal, om te redden wat we nog bezitten, zodat we de samenleving kunnen herbouwen in de minst vervuilde en minst beschadigde omgeving die voor ons te bereiken is. Maar de duidelijke alternatieven van ecotopia òf ecologische verwoesting moeten op de voorgrond worden geplaatst en er moet in ieder geviel een coherente theorie worden opgesteld als we tenminste geen alternatieven willen bieden die net zo betekenisloos zijn als de perspectieven van de huidige maatschappij barbaars. We kunnen de "derde wereld"​ bijvoorbeeld niet vertellen dat zij niet moeten industrialiseren als zij tegenover een schrijnend materieel tekort en armoede staan. Met een coherente theorie die tot de basis van het sociale probleem reikt, kunnen we echter de ontwikkelende naties die technische- en gemeenschapsmodellen bieden die we voor onze eigen maatschappij nodig hebben. Zonder een samenhangend theoretisch kader hebben we erg weinig te zeggen, afgezien van vermoeiende platvloersheden en af en toé een periode van strijd en vrome hoop, die het publiek met goede redenen kan negeren, behalve voor zover het zijn eigen beperkte alledaagse belangen betreft. Het stellen van milieubeheer tegenover ecologie, betekent niet dat we de strijd tegen het bouwen van kerncentrales of tegen het aanleggen van snelwegen moeten opgeven en in onze leunstoel de komst van een duizendjarig ecologisch. rijk moeten afwachten. Integendeel het veroverde terrein moet met vuur verdedigd worden, voortdurend en overal, om te redden wat we nog bezitten, zodat we de samenleving kunnen herbouwen in de minst vervuilde en minst beschadigde omgeving die voor ons te bereiken is. Maar de duidelijke alternatieven van ecotopia òf ecologische verwoesting moeten op de voorgrond worden geplaatst en er moet in ieder geviel een coherente theorie worden opgesteld als we tenminste geen alternatieven willen bieden die net zo betekenisloos zijn als de perspectieven van de huidige maatschappij barbaars. We kunnen de "derde wereld"​ bijvoorbeeld niet vertellen dat zij niet moeten industrialiseren als zij tegenover een schrijnend materieel tekort en armoede staan. Met een coherente theorie die tot de basis van het sociale probleem reikt, kunnen we echter de ontwikkelende naties die technische- en gemeenschapsmodellen bieden die we voor onze eigen maatschappij nodig hebben. Zonder een samenhangend theoretisch kader hebben we erg weinig te zeggen, afgezien van vermoeiende platvloersheden en af en toé een periode van strijd en vrome hoop, die het publiek met goede redenen kan negeren, behalve voor zover het zijn eigen beperkte alledaagse belangen betreft.