Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:het_organisatorisch_vraagstuk_en_het_idee_van_de_synthese

Dit is een oude revisie van het document!


Het organisatorisch vraagstuk en het idee van de synthese

Door Dielo Trouda

  • Oorspronkelijke titel: ОРГАНИЗАЦИОННАЯ ПРОБЛЕМА И ИДЕЯ СИНТЕЗА
  • Verschenen: 1926
  • Bron: The Problem of Organization and the Notion of Synthesis, Nestormakhno.info; Oorspronkelijk uit Dielo Trouda nr.10, maart 1926, pag. 9-11
  • Vertaling: Tommy Ryan

Deze tekst is een reactie op de kritiek van een reeks prominente anarchisten uit Rusland op het Organisatorisch Platform van de Libertaire Communisten die in 1926 door de Dielo Trouda-groep werd geschreven. Deze groep prominente anarchisten zouden in hun kritiek een alternatief voorstel voor de internationale anarchistische beweging formuleren genaamde de 'anarchistische synthese'.


Het organisatorisch vraagstuk en het idee van de synthese

Verschillende kameraden hebben zich in de kolommen van de Dielo Trouda (vert. Arbeiderszaak) geuit over het vraagstuk van anarchistische principes en de organisatorische vorm.

Zij hebben dit probleem echter niet allen vanuit de dezelfde invalshoek benaderd. De essentie hiervan, zoals uiteengezet door de redactie van de Dielo Trouda, is als volgt:

Wij anarchisten die voor de emancipatie van het proletariaat agiteren en strijden, moeten, boven alles, een einde maken aan de verdeeldheid en desorganisatie die heerst in onze rangen. Want deze doen onze kracht en onze libertaire inspanningen teniet.

De manier om dit voor elkaar te krijgen is om een organisatie te creëren die misschien niet al anarchisme haar actieve militanten omhelst, maar zeker de meerderheid daarvan. Dat op een basis van specifieke theoretische en tactische posities, wat ons een sterke voorstelling zou geven van hoe dit in de praktijk moeten worden toegepast. Het is daarbij overbodig te vermelden dat het tackelen hiervan, hand in hand moet gaan met het uitwerken van theoretische en tactische standpunten, die de basis vormen – het platform van deze organisatie. Want we zouden onze tijd verdoen als we spreken over de noodzaak van het organiseren van onze krachten als we het idee van zo’n organisatie niet samen zouden laten gaan met duidelijk geformuleerde theoretische en tactische standpunten. De Groep van Russische Anarchisten in het Buitenland heeft deze laatste vraag nooit uit het oog verloren. In een reek artikelen in de Dielo Trouda zijn diens standpunten deels uitgewerkt in de belangrijkste delen van het programma: de relatie van het anarchisme tot de klassenstrijd van de werkenden, revolutionair syndicalisme, de overgangsperiode, etc. Onze volgende taak is om tot een heldere formulering te komen van al deze uitgangspunten, ze vervolgens in een min of meer rond organisatorisch platform te plaatsen die dan als basis zal dienen voor het verenigen van een groot aantal militanten en groepen in één en dezelfde organisatie. Deze laatste zal dan als springplank dienen voor een volledigere fusie van de krachten van de anarchistische beweging.</blockquote> Dat is de weg die we hebben gekozen als oplossing voor het organisatorische probleem. Het is daarbij niet onze intentie om onze waarden volledig opnieuw te onderzoeken of volledig nieuwe standpunten uit te werken. Wij zijn van mening dat alles dat nodig is voor de opbouw van een organisatie gebaseerd op een specifiek platform binnen het anarchistisch communisme te vinden is. Deze omarmt de klassenstrijd, de gelijkwaardigheid en vrijheid van elke arbeider en krijgt vorm in de anarchistische commune. De kameraden die de notie van de theoretische synthese van de verschillende stromingen van het anarchisme bepleiten hebben een heel andere benadering van het organisatorische vraagstuk. Het is jammer dat hun standpunten zo mager zijn geformuleerd en uitgewerkt, waardoor het lastig is om een grondige kritiek te leveren. In essentie is diens notie de volgende: het anarchisme is in drie stromingen verdeeld: communistisch anarchisme, anarcho-syndicalisme en individueel anarchisme. Hoewel elk van deze stromingen eigen specifieke kenmerken heeft, zijn ze alle drie dusdanig verwant en liggen ze zo dicht bij elkaar dat ze enkel door een kunstmatige misvatting van elkaar gescheiden zijn. Voor een sterke anarchistische beweging is het nodig dat zij samensmelten. Die fusie impliceert dat we de vraag wat betreft de structuur en de vorm van de organisatie waarin al deze stromingen vertegenwoordigd zijn, met een theoretische en filosofische synthese van deze verschillende scholen kunnen tackelen. Dat is de inhoud van de synthese zoals die in een aantal artikelen en de “Verklaring van Samenwerkende Anarchisten” wordt voorgesteld door kameraad Voline in The Anarchist Messenger en Dielo Trouda. Wij zijn het hier volledig mee oneens. De ontoereikendheid hiervan is overduidelijk. Om te beginnen, waarom deze verdeling in drie kunstmatige stromingen? Er zijn ook nog andere. We kunnen bijvoorbeeld het christelijke anarchisme aanwijzen, associationisme[1] die, naar verluid, dichter bij het communistische anarchisme staat dan het individualistisch anarchisme. Maar, als er een synthese tussen van de drie eerder genoemde stromingen moet worden ontwikkeld, wat is dan eigenlijk de relatie tussen de ‘theoretische en filosofische’ verschillen? Voordat we spreken over een theoretische synthese tussen communisme, syndicalisme en individualisme, moeten we deze stromingen analyseren. Een theoretische analyse zou snel aantonen dat de wens om deze stromingen te synthetiseren dwaas en absurd is. Impliceert een “synthese tussen communisme en syndicalisme” niet een of andere tegenstelling tussen de twee? Veel anarchisten hebben syndicalisme altijd als één van de vormen van de proletarische revolutionaire beweging gezien, als één van de strijdmethoden van de arbeidersklasse in hun strijd voor emancipatie. Wij zien het communisme als het doel van bevrijdingsbeweging van de werkende klassen. Dus, kan het doel de middelen weerspreken? Alleen de gammele argumentatie van sommige dilettante intellectuelen, die de geschiedenis van het anarchistisch communisme niet kennen, kan ze naast elkaar plaatsen en proberen tot een synthese van de twee te komen. Wat ons betreft, weten we niet anders, dan dat anarchistisch communisme altijd syndicalistisch geweest is in de zin van dat deze het bestaan en de uitbreiding van onafhankelijke arbeidersorganisaties als een noodzaak ziet voor de sociale overwinning van de werkenden. Dus het was en kan altijd slechts een kwestie zijn van de rol die syndicalisme toebedeeld krijgt in de tactieken van het communistische anarchisme en in de sociale revolutie van de werkenden – niet de theoretische synthese van het communisme en syndicalisme. De theoretische ontoereikendheid van de aanhangers van de synthese is nog stuitender als ze tot een synthese proberen te komen tussen communisme en individualisme. Waar bestaat het anarchisme van de individualisten eigenlijk uit? De notie van de vrijheid van het individu? Maar wat is deze “individualiteit”? Is het individualiteit in het algemeen, of de onderdrukte “individualiteit” van de werkende? Er bestaat niets als “individualiteit in het algemeen” want, hoe je het ook wendt of keert, elk individu bevindt zich objectief of subjectief in het rijk van de arbeid of anders in die van het kapitaal. Maar is de notie van de vrijheid van het individu niet onlosmakelijk met het anarchistisch communisme verbonden? We zouden zelfs kunnen zelfs kunnen stellen dat de vrijheid van de individuele arbeider enkel en alleen realiseerbaar is in de context van een anarchistisch communistische samenleving die een werkelijke belang heeft in sociale solidariteit evenals in het respect voor de rechten van het individu. De anarchistische commune is het model van sociale en economische relaties dat het best geschikt is om de ontwikkeling van de vrijheid van het individu te waarborgen. Anarchistisch communisme is niet één of ander rigide, onbuigzaam sociaal raamwerk welke, wanneer het bereikt is, beperkingen oplegt aan de ontwikkeling van het individu. In tegendeel, diens flexibele en veerkrachtig sociale organisatie zal in complexiteit groeien en constant verbeteringen proberen door te voeren, zodat de vrijheid van het individu zich ongehinderd kan ontwikkelen. Het afwijzen van de staat is eveneens een fundamenteel punt voor het communistisch anarchisme. Het geeft daar ook werkelijke inhoud en werkelijke uitdrukking aan. Het communistische anarchisme verwerpt het staatsdenken (etatisme) in de naam van sociale onafhankelijkheid en het zelfbestuur van de werkende klassen. Op basis waarvan verwerpt het individualisme de staat? Aangenomen dat deze dat überhaupt doet! Bepaalde individualistische theoretici stellen het recht op privé-eigendom binnen zowel persoonlijke en economische relaties boven alles. Maar waar de principes van het private eigendom en persoonlijke rijkdom bestaan, ontstaat er een onvermijdelijk conflict tussen economische belangen en wordt er een statelijke structuur in het leven geroepen door diegenen die economisch machtiger zijn. Dus wat blijft er dan over van het individualistische anarchisme? De afwijzing van de klassenstrijd, van het principe van anarchistische organisatie die een vrije samenleving van gelijke arbeiders heeft, én, bovendien, hol geklets dat de arbeiders die ongelukkig zijn met hun situatie aanmoedigt tot hun verdediging te komen door toevlucht te zoeken in persoonlijke uitwegen die binnen hun bereik liggen als bevrijde individuen. Maar wat hiervan kan dan als anarchistisch omschreven worden? Waar kunnen we dan de eigenschappen vinden voor de synthese met het communisme? Die filosofie [van het individualisme] heeft niets gemeen met de anarchistische theorie en de anarchistische praktijk. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat de anarchistische arbeider bereid zou zijn zich aan deze “filosofie” te conformeren. Dus, zoals we hebben gezien, is een analyse van de theoretische opgaven van de synthese een doodlopende straat. En we komen tot dezelfde conclusie als we kijken naar de praktische aspecten van deze onderneming. We hebben slechts twee keuzes: Ofwel de verschillende genoemde stromingen blijven onafhankelijke stromingen. Maar hoe brengen we in dat geval hun activiteiten samen binnen een gemeenschappelijke organisatie die juist tot doel heeft om de anarchistische inspanningen op elkaar af te stemmen en een bepaalde overeenstemming te bereiken? Óf deze stromingen moeten zich ontdoen van hun onderscheidende eigenschappen en samengaan, waardoor een nieuwe stroming ontstaat die noch communistisch, noch syndicalistisch, noch individualistisch is… Maar wat zijn diens fundamentele uitgangspunten in dat geval? Wat ons betreft is de notie van de synthese gebaseerd op een totale dwaling, een armoedig begrip van de basisprincipes van de drie stromingen, die de aanhangers van de synthese tot één proberen te maken. Het centrale uitgangspunt, de wervelzuil van het anarchisme, wordt gerepresenteerd door het communistisch anarchisme. Anarcho-individualisme is op zijn best een filosofisch en literair fenomeen, geen sociale beweging. Het gebeurt regelmatig dit laatste in de politiek verwikkeld raakt en een bourgeois modeverschijnsel wordt (zoals bij Benjamin Tucker en andere individualisten). Het hierboven gestelde betekent helemaal niet dat we tegen de gecoördineerde samenwerking zijn van anarchisten van verschillende stromingen. In tegendeel, we begroeten alles dat de revolutionaire anarchisten in de praktijk dichter bij elkaar brengt. Dat kan alleen praktisch bewerkstelligd worden, concreet door de oprichting van een samenwerking tussen werkelijke, gesterkte organisaties. In dat geval zouden we ons daarbij enkel richten op specifieke praktische taken, waarvoor er geen synthese nodig is, de noodzaak zelfs uitgesloten is. We denken echter dat naar mate anarchisten duidelijker zijn over de basis – de essentie van het anarchistisch communisme – ze meer in overeenstemming zullen komen over deze principes en de basis zullen leggen voor een brede organisatie die een leidende rol kan spelen in sociaal-politieke zaken evenals op het gebied van de vakbond en werkgerelateerde zaken. Daarom zoeken we op geen enkele manier een verbinding tussen het organisatorische probleem en de notie van de synthese . Als we dit willen oplossen, moeten ons niet laten meeslepen in vage theorieën en verwachten dat dit ons resultaten zal brengen. De bagage die het anarchisme door de jaren en diens sociale strijd heeft verzameld is meer dan toereikend. Om tot een verantwoordelijke organisatie te komen, moeten we die alleen correct interpreteren en toepassen op de omstandigheden en de behoeften van het leven. ===== Voetnoten ===== * [1] Associationisme: ontwikkeld uit de ideeën van Charles Fourier (1772-1837). Hij stelde dat mensen die samen werken en leven zich onvermijdelijk in communale organisaties (associaties) zouden moeten verenigen. Fouriers aanhangers spraken daarom van associationisme. Het begrip zou later ook binnen het anarchisme een belangrijke rol gaan spelen met het concept van de ‘vrijheid van associatie’ ofwel de vrijheid tot vereniging.

namespace/het_organisatorisch_vraagstuk_en_het_idee_van_de_synthese.1617364026.txt.gz · Laatst gewijzigd: 02/04/21 11:47 door defiance