Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:rudolf_rocker_60_jaar

Rudolf Rocker 60 jaar

Door Arthur Lehning en Alexander Berkman


Rudolf Rocker 60 jaar

Rudolf Rocker werd 25 maart 1873 in Mainz geboren en nam reeds op zeer jeugdigen leeftijd deel aan de socialistische beweging. De vervolging van de anarchistische beweging in het begin der negentiger

jaren dwong Rocker naar het buitenland te gaan. Te Parijs leerde hij de anarchistische beweging, die in dien tijd haar bloeiperiode beleefde, van nabij kennen. De regeringsmaatregelen, naar aanleiding van de „propaganda van de daad” in de jaren 1892— 1894 richtten zich speciaal tegen de buitenlanders. Rocker werd uitgewezen en ging als zovele andere revolutionairen naar Londen, waar hij o.a. Kropotkin en Malatesta leerde kennen. Engeland was ook het toevluchtsoord voor duizenden joodse uitgewekenen uit Rusland (men schat het aantal joodse arbeiders, die voor den oorlog in Engeland waren, op 200.000). Onder deze joodse arbeiders in het Oosten van Londen heeft Rocker een geweldige anarchistische werkzaamheid ontplooid. Hij leerde Jiddisch en het Hebreeuwse alfabet om hun krant, „Der Arbeiterfreund”, te kunnen redigeren. Hij neemt voor alles een werkzaam aandeel in de economische organisatie en de directe strijd der joodse arbeiders. (Vergelijk het artikel van Alexander Schapiro over Rockers werk in „De Syndicalist” van 25 Maart 1933).

2 Dec. 1914 wordt Rocker gearresteerd, nadat hij in het bijzonder met Malatesta Kropotkins standpunt ten opzichte van den oorlog had afgewezen en scherp tegen den oorlog had stelling genomen. In zijn Hinter Stacheldraht und Gitter ('Achter prikkeldraad en tralies') heeft hij den tijd van zijn gevangenschap op boeiende wijze beschreven. Na het uitbreken der Duitse revolutie keerde Rocker naar Duitsland terug. Hij stelde zich onmiddellijk met Frits Kater, den organisator der Duitse syndicalisten, in verbinding en legde den grondslag voor een anarcho-syndicalistische beweging. De beginselverklaring der FAUD, zoals ook die der IAA, is door hem geschreven. Aan het tot stand komen van de syndicalistische Internationale heeft hij een belangrijk aandeel genomen.

Naast een grote reeks van brochures schreef Rocker zijn belangrijke biografie van Mest, die naast Nettlaus historische werken een der belangrijkste boeken is voor de historie der anarchistische beweging. Zoo juist heeft Rocker in liet buitenland de laatste hand gelegd aan een omvangrijk werk over het nationalisme.

Wij geven hieronder een overzicht van de voornaamste publicaties die van Rocker in de verschillende talen verschenen zijn.

Voor de Duitse Syndicalist schreef Berkman de volgende bijdrage, die voor het speciale nummer bestemd was, dat aan Rocker gewijd zou worden. Dit nummer kon niet meer verschijnen.

Alexander Berkman, Rus van geboorte, deed in 1892 een aanslag op een ondernemer in Amerika, als protest tegen de terreur tijdens de staking van de arbeiders in de staalindustrie in Pennsylvania. Berkman werd tot 22 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Veertien jaar bracht hij in de gevangenis door. In zijn beroemde, in tal van talen vertaalde boek; „Gevangenisherinneringen van een anarchist”, heeft hij dien tijd beschreven.

Tijdens den oorlog werd hij opnieuw tot twee jaar veroordeeld, wegens antimilitaristische propaganda. Einde 1919 werd hij uit Amerika, waar hij 30 jaar geleefd had, naar Rusland uitgewezen. Met Emma Goldman bereisde hij geheel Rusland. Oorspronkelijk verheugd aan de „socialistische opbouw” deel te nemen, merkte hij weldra dat de revolutie en het socialisme door het staatskapitalisme en de partij- dictatuur waren gedood. Met Emma Goldman verliet hij Rusland. Een van zijn publicaties over Rusland verscheen ook in het Nederlands (de Russische tragedie). Zijn brochure over „Kroonstad” werd in meerdere talen vertaald. Een uitvoerig dagboek over dien tijd verscheen in 't Engels (The Bolshevik Myth). Met Rocker was hij lange jaren intiem bevriend. Hij schreef het voorwoord tot Rockers werk over Johann Most, dien hij in 1888 in New- York persoonlijk leerde kennen.

A. M. L.

Waarde kameraad W.

Je hebt me gevraagd iets te schrijven voor den zestigsten verjaardag van onzen goeden vriend en kameraad Rudolf Rocker, en zeer zeker zou ik blij zijn deel te nemen aan jullie gezamenlijke uiting van waardering voor het werk en de persoonlijkheid van Rocker, want ik weet niemand, die die waardering meer verdient.

Ik vind dat als een kameraad onze liefde en waardering verdient, we daarmee niet moeten wachten tot na zijn dood. De levenden hebben onze liefde, onze medewerking en aanmoediging meer nodig dan de doden.

Maar ik ben bang, dat mijn brief te laat komt.

Trouwens, sedert je me geschreven hebt, zijn er in jullie land dingen gebeurd, die je misschien gedwongen hebben je plannen te veranderen. Ik weet niet eens, of „Der Syndikalist” nog verschijnt, want ik heb al twee weken geen nummer ontvangen.

Met het oog op de laatste politieke ontwikkeling in Duitsland hebben jullie misschien besloten, de viering van Rudolf’s zestigsten verjaardag uit te stellen. En ik kan me levendig voorstellen, dat op het ogenblik onze vrienden en kameraden niet in een stemming zijn om feest te vieren. De vreselijke reactie, die in Duitsland woedt, is de ergste ramp, die men zich kan voorstellen.

Niet, dat andere landen zoveel vooruitstrevender zijn in den waren zin van het woord, maar men zou iets beters hebben kunnen verwachten van een land met ongeveer tien miljoen sociaaldemocraten en nog enige miljoenen communisten. Men vraagt zich af, hoe het hitleriaanse fascisme mogelijk is in een land met miljoenen zogenaamde revolutionairen. Bestaat er een overtuigender bewijs van het reactionaire karakter en den reactionairen geest van de Duitse sociaaldemocraten — de partij, die gedurende langer dan vijftig jaar de Duitse generaties heeft getraind in het marxisme? Bestaat er een betere demonstratie van wat de uitwerking is van het marxisme zelf, dat zijn volgelingen heeft gedisciplineerd in blinde gehoorzaamheid en aanbidding van den staat, van de legaliteit, van wet en orde?

Het heeft de Duitse massa’s doen ontaarden en hen beroofd van alle revolutionairen geest en vrijheidsliefde. Het is geen overdrijving te zeggen dat de Duitse sociaal-democratie gedurende haar gehele bestaan slaven heeft gekweekt, en dat ze vooral sedert de revolutie van 1918 den weg heeft ge-baand voor het hitleriaans fascisme en voor een bloedige dictatuur.

Wat de communisten betreft, die zowel de spreekbuis als de dupe zijn van Moskou, deze hebben meegewerkt om het initiatief en de zelfstandige activiteit van de arbeiders te vernietigen, en nu moeten ze de wrange vruchten plukken van hun eigen arbeid. Ze hebben meegeholpen onenigheid en verwarring te stichten in de arbeidersbeweging, ze hebben hun volgelingen getraind in den geest en in de praktijk van de onderdrukking, en hun geleerd, blindelings op hun communistische leiders te vertrouwen, en nu hebben die hen bedrogen en verlaten, zoals „leiders” gewoonlijk doen in de uren van beproeving en gevaar.

Het is een verschrikkelijke situatie, waarin de waarachtig radicale en revolutionaire elementen in Duitsland, en evenzeer hun kameraden in ieder ander „beschaafd” land zich geplaatst zien. Het heeft geen zin onszelf te bedriegen en de ogen te sluiten voor het feit, dat de reactionaire krachten overal sterker worden en overwinnen.

Het is dom zichzelf te misleiden met de valse hoop, dat „het kapitalisme en de regering vanzelf ineen zullen storten”.

Het feit is, dat de regering overal sterker en machtiger en meedogenlozer is dan ooit tevoren. Haar kracht ligt in de onbewustheid, de kleinmoedigheid, en het gebrek aan klassebewustzijn van de grote massa’s. In de staatsaanbidding en de slavenmoraal van de arbeiders ligt het steunpunt en de veiligheid van iedere regering en dictatuur. Het marxisme en het leninisme hebben zich verbonden om de zwoegers „op te voeden” als de betrouwbaarste en meest loyale verdedigers van hun eigen onderdrukkers.

Wat het kapitalisme betreft, het is even onjuist te verwachten, dat het „vanzelf” ineen zal storten, als te geloven, dat de „staat gaandeweg zal verdwijnen”. Dat zijn marxistische dogma’s, waarvan de gehele geschiedenis en de ondervinding hebben bewezen, dat ze even onjuist als gevaarlijk zijn voor iedere vooruitgang en doeltreffende werkzaamheid. We zijn er ver van vandaan, dat het kapitalisme „ineenstort”! Het moge zijn tegenwoordige vormen veranderen, maar de uitbuiting van de arbeiders door hun economische meesters zal doorgaan als tevoren, zolang de politieke overheersing en de staat zullen blijven bestaan. Is Sovjet-Rusland daarvoor niet het beste bewijs? Waarlijk, de omvorming van liet huidige kapitalistische stelsel, waarbij de industrie zich in handen bevindt van particulieren, in het economische absolutisme van den staat zoals het in Rusland is, en langzamerhand in andere landen begint te komen, zal een nieuw feodalisme brengen, nog erger dan dat van de donkere middeleeuwen.

Tegenover deze situatie bevinden wij ons. Zij zal stellig werkelijkheid worden, tenzij de massa's gewekt worden uit hun verdoving en slaafse gehoorzaamheid en gedrenkt worden met den geest van klassebewustzijn en eensgezinde samenwerking.

En wie anders kan dit werk verrichten dan de anarchisten en anarcho-syndicalisten? Alle andere partijen en sociale bewegingen zijn doortrokken van het gif van den staat, en dragen ertoe bij dit populaire geloof in diens onmisbaarheid en reddende kracht te versterken en te bestendigen. Dus hebben we deze taak te vervullen, liet is ongetwijfeld een grootse en moeilijke taak; het vraagt volharding, beginselvastheid en moed. Maar het ideaal van werkelijke en uiteindelijke bevrijding van de mensen van allen dwang is alle inspanning en opoffering waard, waartoe wij in staat zijn.

Laten wij voor alles niet vergeten dat het welslagen van ons werk allereerst draagt van onze eigen klaarheid van inzicht, van ons geloof in en toewijding aan onze idealen en van betere organisatie en samenwerking onder onszelf. Het terrein voor ons werk is er — het is zoo groot als de wereld. — De gelegenheid is er ook, nu meer dan ooit. Want in elk land zijn er miljoenen, die verduikt zijn en naar een verandering uitzien. Maar die blindelings handelen en misleid worden en teleurgesteld in hun verwachtingen.

Tot deze miljoenen moeten wij spreken. Een klare, moedige taal; en wanneer wij volharden en trouw blijven aan ons zelve en aan onze idealen, dan zal de tijd komen dat zij ons met vreugde aanhoren.

Het is aan zulk een man dat ik thans denk — aan een, die altijd klaar en moedig gesproken heeft; die een mensenleven lang heeft volhard en die nooit het geloof verloren heeft en altijd loyaal bleef tegenover zichzelf en trouw aan de zaak, die hij diende; die onwrikbaar en vastberaden bleef, ondanks alle moeilijkheden, ontberingen en gevaar. Ik denk aan onzen kameraad en vriend Rudolf Rocker, en ik zou willen, dat mijn woorden bij machte waren alle genegenheid en bewondering uit te drukken, die ik gevoel voor deze grote strijder voor een Beteren Tijd. Rudolf Rocker heeft mijn leven bezield en verrijkt zoals hij door zijn persoonlijkheid en daadkracht de levens van duizenden anderen heeft bezield en verrijkt. Ik houd van hem als kameraad en ik houd van hem als van een der meest gave persoonlijkheden, die ik in mijn leven heb mogen ontmoeten. Mensen als hij veredelen de mensheid; op mensen als hij is de hoop van de mensheid gericht.

ALEXANDER BERKMAN.

namespace/rudolf_rocker_60_jaar.txt · Laatst gewijzigd: 09/07/21 12:12 door defiance