Gebruikershulpmiddelen

Site-hulpmiddelen


namespace:anarchisme_en_zionisme_-_de_discussie_over_het_joodse_nationalisme

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisie Vorige revisie
namespace:anarchisme_en_zionisme_-_de_discussie_over_het_joodse_nationalisme [04/12/20 07:56]
defiance
namespace:anarchisme_en_zionisme_-_de_discussie_over_het_joodse_nationalisme [22/01/24 13:17] (huidige)
defiance
Regel 1: Regel 1:
 ====== Anarchisme en zionisme - De discussie over het joods nationalisme ====== ====== Anarchisme en zionisme - De discussie over het joods nationalisme ======
-//Door Mina Graur//+//​Door ​[[Mina Graur]]//
  
   * Oorspronkelijke titel: onbekend   * Oorspronkelijke titel: onbekend
Regel 66: Regel 66:
 ===== Bernard Lazare ===== ===== Bernard Lazare =====
  
-De derde benaderingswijze van het thema van het joods nationalisme tracht te komen tot een compromis met de onweerstaanbare golf van nationalistische bewegingen en beschouwt zich als een synthese van de klassieke anarchistische principes en de nationalistische aspiraties van de joden. Deze synthese werd geformuleerd door anarchisten die zich bewust waren van het feit dat noch de assimilatie noch de culturele autonomie waar Kropotkin het over had een bevrijdende oplossing voor het joodse vraagstuk konden betekenen. Het eerste voorbeeld van een dergelijke houding wordt ons geleverd door [[Bernard Lazare]] (18651903). Hij was diep verworteld in de Franse maatschappij en stond buiten alles wat het jodendom karakteriseerde,​ en daardoor was hij tot op zekere hoogte het archetype van de jood die de integratie tot een goed einde gebracht had. Toch zouden de opeenvolgende golven van antisemitisme,​ die in Frankrijk hun hoogtepunt kenden tijdens de Dreyfus-affaire,​ hem erg van zijn stuk brengen. Vóór de Dreyfus-affaire was Lazare ervan overtuigd dat het joodse nationale vraagstuk kon opgelost worden zonder het orthodoxe anarchistische standpunt, dat het universalisme roemde, op te geven: vanuit de vooronderstelling dat het verdwijnen van het antisemitisme vooral zou moeten gebaseerd zijn op de voorafgaandelijke verdwijning van de joodse godsdienst, voorzag Lazare een proces van deconfessionalisering en van geleidelijke denationalisering van de joden, waardoor ze langzaam zouden geïntegreerd worden in de gastlanden en aldus geen apart volk zouden vormen. Maar het was precies de Dreyfus-affaire die hem deed inzien dat het opgeven van de eigen religie en van de eigen tradities nooit voldoende zou zijn om een effectieve integratie te garanderen. Tegenover dit dilemma formuleerde Lazare een voorstel waarin hij de joden aanspoorde hun eigen nationaal, autonoom sentiment te ontwikkelen en elk streven naar integratie in de verschillende gastlanden op te geven.+De derde benaderingswijze van het thema van het joods nationalisme tracht te komen tot een compromis met de onweerstaanbare golf van nationalistische bewegingen en beschouwt zich als een synthese van de klassieke anarchistische principes en de nationalistische aspiraties van de joden. Deze synthese werd geformuleerd door anarchisten die zich bewust waren van het feit dat noch de assimilatie noch de culturele autonomie waar Kropotkin het over had een bevrijdende oplossing voor het joodse vraagstuk konden betekenen. Het eerste voorbeeld van een dergelijke houding wordt ons geleverd door [[Bernard Lazare]] (1865-1903). Hij was diep verworteld in de Franse maatschappij en stond buiten alles wat het jodendom karakteriseerde,​ en daardoor was hij tot op zekere hoogte het archetype van de jood die de integratie tot een goed einde gebracht had. Toch zouden de opeenvolgende golven van antisemitisme,​ die in Frankrijk hun hoogtepunt kenden tijdens de Dreyfus-affaire,​ hem erg van zijn stuk brengen. Vóór de Dreyfus-affaire was Lazare ervan overtuigd dat het joodse nationale vraagstuk kon opgelost worden zonder het orthodoxe anarchistische standpunt, dat het universalisme roemde, op te geven: vanuit de vooronderstelling dat het verdwijnen van het antisemitisme vooral zou moeten gebaseerd zijn op de voorafgaandelijke verdwijning van de joodse godsdienst, voorzag Lazare een proces van deconfessionalisering en van geleidelijke denationalisering van de joden, waardoor ze langzaam zouden geïntegreerd worden in de gastlanden en aldus geen apart volk zouden vormen. Maar het was precies de Dreyfus-affaire die hem deed inzien dat het opgeven van de eigen religie en van de eigen tradities nooit voldoende zou zijn om een effectieve integratie te garanderen. Tegenover dit dilemma formuleerde Lazare een voorstel waarin hij de joden aanspoorde hun eigen nationaal, autonoom sentiment te ontwikkelen en elk streven naar integratie in de verschillende gastlanden op te geven.
  
 Volgens Bernard Lazare is de natie de uitdrukking van de eenheid van sentimenten,​ van een denken en van ethische oriëntaties,​ en niet van een bloedband. Indien bepaalde individuen met elkaar verenigd worden door middel van een gemeenschappelijk verleden, tradities en idealen, dan kan men spreken van een gemeenschappelijk lidmaatschap van een natie. En de joden vormen een natie omdat het sentiment van eenheid dat hen bindt voortvloeit uit de gedeelde erfenis van een verleden en van een geschiedenis. Hun geschiedenis is geworteld in een veelheid van gemeenschappelijke gebruiken, die het niet allen overleefd hebben, maar die in elk geval een diepe indruk nagelaten hebben en die hen kan verenigen, niet enkel in de gebruiken maar ook in de mentaliteit;​ daarbij komen een gemeenschappelijke taal en een - eveneens gemeenschappelijke - territoriale afkomst. Onder de joodse anarchisten was Lazare de enige die stelde dat de joden effectief deze twee kenmerken bezaten, kenmerken die, precies omwille van hun concrete aard, gewoonlijk gebruikt werden om de andere nationale entiteiten te definiëren. De gemeenschappelijke territoriale afkomst werd volgens Lazare gevormd door het joodse getto, terwijl de gemeenschappelijke taal het Hebreeuws was. Het nationalisme dat hij verdedigde moest gebaseerd zijn op de klassesolidariteit. Het belangrijkste kenmerk van een natie was volgens hem de nationale solidariteit,​ die moest in staat zijn om nog lang nadat alle andere nationale kenmerken uitgewist waren, te overleven; een solidariteit die volgens de klassieke interpretatie juist gebaseerd zou zijn op de klasseafkomst. Hier duiken duidelijk de radicale standpunten van Lazare op: hij maakte een duidelijk onderscheid tussen rijken en armen, tussen joodse bourgeoisie en joodse arbeidersklasse. De joodse natie zou gevormd worden door intellectuelen,​ proletariërs en kansarmen. Daarentegen zullen uitgesloten worden wie tot de bourgeoisie behoren, die door Lazare ‘onze vuilnisbak, ons afval’ genoemd worden.[4] Volgens Bernard Lazare is de natie de uitdrukking van de eenheid van sentimenten,​ van een denken en van ethische oriëntaties,​ en niet van een bloedband. Indien bepaalde individuen met elkaar verenigd worden door middel van een gemeenschappelijk verleden, tradities en idealen, dan kan men spreken van een gemeenschappelijk lidmaatschap van een natie. En de joden vormen een natie omdat het sentiment van eenheid dat hen bindt voortvloeit uit de gedeelde erfenis van een verleden en van een geschiedenis. Hun geschiedenis is geworteld in een veelheid van gemeenschappelijke gebruiken, die het niet allen overleefd hebben, maar die in elk geval een diepe indruk nagelaten hebben en die hen kan verenigen, niet enkel in de gebruiken maar ook in de mentaliteit;​ daarbij komen een gemeenschappelijke taal en een - eveneens gemeenschappelijke - territoriale afkomst. Onder de joodse anarchisten was Lazare de enige die stelde dat de joden effectief deze twee kenmerken bezaten, kenmerken die, precies omwille van hun concrete aard, gewoonlijk gebruikt werden om de andere nationale entiteiten te definiëren. De gemeenschappelijke territoriale afkomst werd volgens Lazare gevormd door het joodse getto, terwijl de gemeenschappelijke taal het Hebreeuws was. Het nationalisme dat hij verdedigde moest gebaseerd zijn op de klassesolidariteit. Het belangrijkste kenmerk van een natie was volgens hem de nationale solidariteit,​ die moest in staat zijn om nog lang nadat alle andere nationale kenmerken uitgewist waren, te overleven; een solidariteit die volgens de klassieke interpretatie juist gebaseerd zou zijn op de klasseafkomst. Hier duiken duidelijk de radicale standpunten van Lazare op: hij maakte een duidelijk onderscheid tussen rijken en armen, tussen joodse bourgeoisie en joodse arbeidersklasse. De joodse natie zou gevormd worden door intellectuelen,​ proletariërs en kansarmen. Daarentegen zullen uitgesloten worden wie tot de bourgeoisie behoren, die door Lazare ‘onze vuilnisbak, ons afval’ genoemd worden.[4]
namespace/anarchisme_en_zionisme_-_de_discussie_over_het_joodse_nationalisme.txt · Laatst gewijzigd: 22/01/24 13:17 door defiance